Het is mogelijk om de werkplaatsmodule automatisch werkorders aan te laten maken voor preventief onderhoud. Hieronder een stapsgewijze uitleg van de werking.
1. Onderhoudsregimes aanmaken
In het Menu Stamgegevens/Onderhoudsregimes worden de onderhoudsregimes gedefinieerd.
Er zijn drie mogelijkheden:
a. Draaiuren/Kilometerstand (bijvoorbeeld iedere 25.000 km)
b. Interval (Periode) (bijvoorbeeld ieder jaar)
c. Interval en draaiuren/kilometerstand (bijvoorbeeld 25.000 km of ieder jaar afhankelijk van wat het eerste optreed). Kies hiervoor bij frequentie eerst een periode en vervolgens de kilometerstand/draaiuren.
Het is mogelijk zelf een prioriteit van Preventieve werkorders te kiezen. Bedrijfskritische bedrijfsmiddelen kunnen bijvoorbeeld een hogere prioriteit krijgen dan een auto uit de bedrijfsautopool.
Werkinstructie toevoegen kan op twee manieren.
a. Via bestand. Voeg een bestand met werkinstructies toe.
b. Taken. Voer handmatig de werkinstructie toe dmv Taken. Tijdens het uitvoeren van het onderhoud moet de monteur deze taken dan afvinken.
Standaard voorraadartikelen koppelen aan een Onderhoudsregime. Wordt er met de module Magazijn gewerkt dan kunnen er ook standaard voorraadartikelen aan een onderhoudsregime gekoppeld worden. Denk hierbij aan filterpakketten, olie, bougies etc. Tijdens het uitvoeren van de werkorder kan de monteur de verbruikte standaard voorraadartikelen eenvoudig selecteren en worden deze afgeboekt van de voorraad
2. Menu Configuratie/Instellingen: Automatisch werkorder genereren aanzetten
Door het aanzetten van deze functie worden automatisch preventieve werkorders gegenereerd op basis van de intervallen die aangemaakt zijn in de Onderhoudsregimes.
3. Onderhoudsregime koppelen
De aangemaakte onderhoudsregimes moeten eerst aan de betreffende bedrijfsmiddelen gekoppeld worden. Dit kan door het bedrijfsmiddel op te zoeken en op de knop ‘Regimes koppelen’ te drukken. Hierna kunnen de onderhoudsregimes op dezelfde manier gekoppeld worden als keuringsregimes.
Het is ook mogelijk om de onderhoudsregimes aan de productgroep te koppelen. Dit kan in het menu Stamgegevens/Productgroepen. Het regime wordt dan automatisch aan alle nieuwe bedrijfsmiddelen die onder de desbetreffende productgroep worden aangemaakt.
4. Handmatig een preventieve werkorder aanmaken
Na het koppelen van de onderhoudsregimes aan het bedrijfsmiddel verschijnt er op de bedrijfsmiddel detailkaart een kopje Onderhoudsregimes. Door op de knop ‘Nieuwe werkzaamheden’ achter het onderhoudsregime te drukken wordt er een preventieve werkorder aangemaakt.
5. Automatische werkorders aanmaken door bijwerken Draaiurenlijst
Staat het vinkje aan dan worden d.m.v. het bijwerken van de draaiurenlijst de kilometerstanden en draaiuren van de bedrijfsmiddelen bijgewerkt. Wordt een nieuw interval overschreden dan wordt er automatisch een preventieve werkorder aangemaakt.
6. Menu Werkplaats/Werkorders
Dit is het overzicht van alle openstaande preventieve en correctieve werkorders.
Werkorders kunnen toegewezen worden aan personeelsleden. Klik hiervoor op
blauwe knop “Klik hier om toe te wijzen”. Personeelsleden kunnen ook zelf een
werkorder toewijzen aan zichzelf, dit is handig om te zien welke werkorders zijn
opgepakt.
7. Werkorder uitvoeren
Door in het werkorder overzicht op het werkordernummer te klikken kom je in het werkorder detailscherm. Dit scherm bevat nu meer informatie over het bedrijfsmiddel. Hier kunnen extra taken, werkzaamheden, voorraadartikelen en materialen geboekt worden. Deze stap wordt uitgebreid toegelicht in onderstaande video.
8. Werkzaamheden boeken
Monteurs die de werkorder uitvoeren moeten hun werkzaamheden boeken op de werkorder. Tijdens het boeken van de uren kan ook de Draaiuren/kilometer-stand van het bedrijfsmiddel bijgewerkt worden. Deze stap wordt uitgebreid toegelicht in onderstaande video.
9. Signaleringen
Daarnaast is het mogelijk om signaleringen aan te geven op het bedrijfsmiddel. Als er werkzaamheden of slijtagedelen in de gaten gehouden moeten worden voor de volgende onderhoudsbeurt dan kan dat als een signalering opgeslagen worden.
De signalering komt terug op de volgende onderhoudsbeurt en blijft, zolang deze niet wordt afgevinkt, bestaan. Op de bedrijfsmiddeldetailkaart en werkorderoverzicht komt er een i-tje bij het SKU van het bedrijfsmiddel. Als je hier met de muis op gaat staan komt de signalering in beeld. Bijvoorbeeld: “Waterpomp lekt, volgende beurt vervangen”
10. Storingsrapporten converteren naar werkorder
Het is mogelijk om met storingsrapporten te werken. Niet iedere storing hoeft opgelost te worden door een monteur. Pas als er een monteur op pad moet kan het storingsrapport geconverteerd worden naar een werkorder. Is de storing opgelost zonder een monteur op pad te sturen dan kan het storingsrapport gesloten worden.
Heeft dit artikel niet geholpen? Neem dan gerust contact op met onze helpdesk via helpdesk@idee101.nl.
Geschreven door: cloe@cleverdesk.nl